Turid Rugaas en kalmerende signalen

Turid Rugaas, de bekende Noorse hondentrainer, heeft zich gespecialiseerd in hondentaal, stress en agressie bij honden en geeft lezingen en cursussen over de hele wereld.
Honden maken al duizenden jaren deel uit van de menselijke samenleving. Om meer te weten te komen over gedrag bij honden, zijn vele studies verricht naar groepsgedrag van wolven, de oervorm van onze huishond

Zeer kenmerkend is dat de wolf, hoewel een roofdier, in roedelverband continue bezig is conflicten binnen de groep te vermijden. Studies hebben een groot scala zogenaamde kalmerende signalen opgeleverd. Turid Rugaas heeft aangetoond dat ook onze honden heel duidelijk conflictvermijdend bezig zijn. Helaas op een wijze die door ons vaak niet zo wordt geinterpreteerd.
Turid Rugaas is wereldwijd bekend om haar interpretatie van en omgang met de oersignalen die honden uitzenden en waar ze op reageren. In haar dagelijkse praktijk blijkt bovendien dat mensen kunnen leren zelf deze kalmerende signalen te gebruiken om beter met hun hond te kunnen communiceren. Kennis van de kalmerende signalen geeft de hondenbezitter een extra dimensie bij het interpreteren van de gedragingen van zijn hond en kan de basis voren voor een stressvrije omgang tussen mens en dier.

Er zijn verschillende boeken verschenen van haar hand.

 

Ik heb met allebei mijn honden hondencursus gevolgd via de manier van Turid Rugaas. Ik heb heel veel geleerd over de communicatie van mijn honden en kan zo inspelen op stress en spanning.

Een voorbeeld, ik ben aan het wandelen met mijn hond en een andere hond komt ons in de verte tegemoedt. Puck heeft de andere hond allang geroken en gaat plat op zijn buik liggen en wil niet meer verder lopen, ik weet inmiddels dat dit de eerste communicatie aanzet is naar de andere hond en geen onwil om verder te lopen. De hond komt ons tegemoed lopen en kijkt de andere kant op, draait zijn hoof terug, kijkt naar Puck en draait weer weg. Puck ligt op de grond, oren gespitst en af en toe kijkt hij ook weg. In hondentaal is dit de manier om te zeggen, ik wil geen ruzie met jou, maar wel graag kennis maken. De hond is nu bijna bij Puck en loopt met een boogje naar Puck toe, dus niet direct rechtstreeks, ook weer een signaal dat de hond geen ruzie wil. Ze snuffelen aan elkaar en gaan over tot spelen.

Puck is het op een gegeven moment zat, gaat zitten en geeuwt, dit is geen vermoeidheid maar een kalmerend signaal naar de andere hond dat hij geen ruzie wil maar ook niet meer verder wil spelen, de andere hond gaat ook zitten, kijkt weg en smakt even. De hond heeft geen dorst maar geeft aan het signaal begrepen te hebben. Het spel houdt op en we lopen verder.

We komen weer een hond tegen, deze heeft Puck al geroken en kijkt strak zijn kant op, Puck draait zijn hoofd weg en smekt. De directe blik zijn kant op geeft aan:"ga weg ik ben angstig, kom niet in mijn buurt, ik wil geen ruzie met jou, ga weg" Puck kijkt weer weg. maar de hond kijkt hem nog steeds strak aan. We lopen de kant op van de hond en de hond loopt in een drafje recht op Puck af, Puck geeuwt en kijkt mij aan :"baas ga jij mij in een conflict leiden? wil je alsjeblieft iets doen, zullen we weglopen?' Puck geeuwt nog een keer en gaat zitten en kijkt weer weg, de andere hond loopt wat langzamer en besluit tocht te gaan liggen, zijn baas loopt er naar toe :"sta op lui mormel, kom hier' de hond gaat zitten, geeuwt en smekt en kijkt niet direct naar de baas maar kijkt weg, de hond probeert duidelijk te maken aan zijn baas dat hij de boosheid eng vindt en het niet snapt, hij wil geen conflict en kijkt weg. Dit is dus geen desinteresse van de hond maar een duidelijk signaal dat de hond niet op zijn gemak is. De baas loopt naar de hond toe hangt over hem heen en wil hem aanlijnen, HAP de hond bijt de baas.......

Dit zijn gelukkig voorbeelden, maar wel gebasseerd op de werkelijkheid, de hond die net de baas heeft gebeten heeft heel duidelijk signalen van overprikkeling afgegeven, het is erg bedreigend voor een hond als er iemand over hem heen hangt.

 

Ik heb dit geoefend met Puck zodat hij zich niet angstig hoeft te voelen, ik mag nu, mits ik let op zijn communicatie, over hem heen hangen, hij heeft geleerd dat ik dan geen ruzie zoek.

Als je er van uit gaat dat honden ruzie in de roedel willen vermijden, bestaat er niet zoiets als een dominante hond. Wel een communicatie stoornis tussen hond en baas.

Ik ben ook geen fan van bijvoorbeeld Cesar Milano, de honden in de tv serie geven verschrikkelijk veel kalmerende signalen af, waar gewoon dwars doorheen getraind wordt, honden smekken, geeuwen, kijken massaal weg, allemaal willen ze geen ruzie met deze man, toch gaat hij door en lokt aanvallen uit.

Als je de theorie van Turid Rugaas volgt, ben je een levenlang met je hond op pad om een band op te bouwen. Het betekend niet dat je hond alles mag, maar er wordt heel anders omgegaan met leren.

Een voorbeeld darvan is de puppyvergunning:

De Puppy en de Jonge Hond

- Over Opgroeien –

 

Turid Rugaas

Vertaling Els Selbach

 

 

Puppies, opgevoed door hun eigen soort, worden perfecte honden.

Wolven, die wolvenpuppies opvoeden, leveren perfecte wolven af, die voorbereid zijn op een

bestaan als 'overlevers'.

Hoe komt het dat puppies die door mensen worden opgevoed, in de problemen raken?

Ten eerste gunnen wij de puppies geen natuurlijke opvoeding die ze wel zouden en moeten krijgen

als ze waren grootgebracht door andere honden.

Ten tweede verwachten wij van de hond dat hij onze regels respecteert, regels die vaak voor de

hond geen enkele betekenis hebben. Wij houden geen rekening met de leeftijd van de hond, noch

met zijn ontwikkelingsfasen en mogelijkheden. Het resultaat is dat de hond er niet aan onze te

hoge verwachtingen kan voldoen.

Puppies die opgroeien temidden van hun soortgenoten leren geleidelijk aan zelfcontrole te

ontwikkelen, iets dat ze nodig zullen hebben als volwassen honden. En ze leren dit heel goed! Als

volwassen hond hebben zij alle zelfcontrole verworven die nodig is om te overleven. Onze taak is

om puppies op eenzelfde manier op te voeden, op een natuurlijke wijze, zoals hun ouders het ook

hadden gedaan vanaf de geboorte tot aan de volwassenheid.

 

Puppy vergunning

 

 

De eerste en belangrijkste fout die wij, als puppy eigenaren maken, is dat we een te hoog

verwachtingspatroon hebben en te veel eisen aan de pup stellen. Een puppy kan hieraan nooit

voldoen. In de natuur en daar waar honden op een natuurlijke wijze mogen opgroeien in een

roedel, leren ze geleidelijk zichzelf te beheersen. Tot ze ongeveer 16-20 weken oud zijn, hebben

zij een zogenaamde 'puppy vergunning'. Ze dartelen met hun 'puppy vergunning' rond en zeggen:

'Na-na-nanana, ik luister lekker toch niet, want ik heb een 'puppy vergunning'. We zien vaak dat

puppies misbruik maken van deze 'puppy vergunning'. Ze pesten de volwassen honden en het is

bijna alsof ze een boosaardige flonkering in hun ogen hebben. Gedurende deze periode laten de

volwassen honden met ongelofelijk veel geduld de puppies hun gang gaan.

 

 

Wanneer de pups 16-20 weken oud zijn, verloopt de vergunning. Nu moeten de pups geleidelijk

aan leren om zichzelf te beheersen en om zich respectvol te gedragen. De vele fouten en

vergissingen worden hen nog steeds vergeven, want ze zijn per slot van rekening nog niet

volwassen. De volwassenheid zal met de tijd en met de nodige ervaring op een natuurlijke wijze

tot stand komen.

 

 

Het mag verwarrend lijken dat een pup slechts binnen enkele dagen van de ene ontwikkelingsfase

naar de andere gaat, maar we moeten onthouden dat ze in minder dan twee jaar van een puppy

opgroeien tot een volwassen hond. Als vergelijk: mensen hebben 20 jaar nodig voordat ze zich

volwassenen kunnen noemen en velen hebben zelfs meer tijd nodig.

De jonge hond

Wanneer de puppytijd eenmaal voorbij is, begint de puberteit. Deze bestaat uit verschillende

fasen en duurt tot ongeveer het tweede levensjaar. Soms duurt het langer, soms korter.

 

Jonge honden zijn zoals jonge mensen:

 

õ Ze houden van actie en snelheid.

 

õ Ze zijn snel verveeld wanneer er niets gebeurt.

 

õ Ze hebben totaal geen zelfcontrole.

 

õ Ze kunnen zichzelf niet beheersen wanneer er iets opwindends gebeurt. Dit gedrag zie je ook

bij kinderen die een brandweerwagen zien of honden die een konijn ruiken.

 

õ Hun vaardigheid om zich gedurende een langere tijd te concentreren is niet groot. Terwijl

kinderen 'vergeten' onmiddellijk na school naar huis te komen, vergeet een jonge hond wat je

hem 10 seconden eerder hebt gevraagd te doen. Ze zijn het liefst met andere honden van

dezelfde leeftijd of dezelfde interesses.

 

õ Ze spelen liever dan dat ze andere dingen doen.

 

õ Ze vinden drillen vervelend en het ontneemt hen de lust tot leren. Jongen honden moeten

opgevoed worden, maar wel in korte en leuke sessies, zodat ze geconcentreerd kunnen blijven

en er niet genoeg van krijgen. Aan hun behoeften tot activiteiten kan voldaan worden door

korte en gemakkelijke oefensessies op een eenvoudig behendigheidsparcours, tijdens een

herhalingstraining of tijdens wandelingen in het bos. Daarnaast kun je ook denken aan

neuswerk, het samenzijn of spelen met andere honden.

 

õ Ze moeten geleidelijk aan leren zichzelf te beheersen, dus stapje voor stapje. Bijvoorbeeld

door van de hond te verwachten dat hij geleidelijk aan een oefening langer kan doen, zoals de

'zit-blijf' oefening: 2 seconden, 5 seconden, 10 seconden etc.

 

õ Wees begripvol wanneer de hond zijn concentratie verliest, las een pauze in zodat hij zijn

aandacht weer op de oefening kan richten en help hem om de oefening opnieuw voort te

zetten.

 

õ Laat de opgroeiende hond omgaan met andere honden, dit is erg belangrijk!

 

õ Vermijd lange oefensessies, het eindeloos herhalen van dezelfde oefening of straf, zodat de

hond niet te moe wordt en geen zin meer heeft in de oefening.

 

õ Socialisatie: het leren omgaan met mensen en dieren is belangrijk. Leer de hond om te gaan

met allerlei situaties in een wisselende omgeving. Stel de hond geleidelijk bloot aan nieuwe

dingen. Ga niet meteen met een pup naar een vol schoolplein: laat de hond die drukte eerst

van een afstand van zo'n 100 meter bekijken en laat hem eens rondsnuffelen op een leeg

schoolplein. Alles in kleine stapjes en op een zo natuurlijk mogelijke manier.

 

õ Oefen middels leuke activiteiten zoals het leren van kunstjes, apporteren, zoeken, of een

spoor vervolgen.

 

We moeten in gedachten houden dat honden sociale wezens zijn die moeten leren wat

communicatie, correct gedrag en zelfcontrole inhoudt. En ze leren, beetje bij beetje, precies

zoals mensen gedurende de kindertijd en de puberteit. Wie heeft er ooit een kind van vier of zes

jaar gezien met zelfbeheersing? Wanneer een kind van die leeftijd buiten zinnen raakt, heeft

het geen enkele zin met hem of haar op redelijke wijze te praten. Om te proberen hen iets te

leren terwijl ze over hun toeren zijn, is hopeloos. We moeten hen eerst kalmeren, voordat we

proberen ze iets te leren.

 

 

Wanneer hondeneigenaren naar een cursus komen met een jonge hond, 'een zesjarige', zal de

hond gemakkelijk te opgewonden raken. Dit wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van nieuwe

honden, mensen, een nieuwe plek, of een nieuwe situatie. Tegelijkertijd verlangt de cursus dat de

hond en de eigenaar een nauwgezet oefenprogramma volgen. Daarbij komt dat het programma

veel te lang duurt voor een jonge hond. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de 'zesjarige'

opgewonden wordt en zelfs over de toeren raakt. Vele hondeneigenaren stoppen met deze

cursussen omdat hun honden impulsief en opgewonden zijn tijdens de cursus. Ze zijn niet

'onhandelbaar' zoals misschien tegen de eigenaren wordt gezegd, maar hun stress niveau is

maximaal en het niveau van zelfcontrole minimaal. Natuurlijk! Ze zijn nog veel te jong om met dit

soort situaties te kunnen omgaan. Het is gedoemd te mislukken.

 

 

Het gebruik van geweld of dwang om de hond te laten luisteren in zo'n situatie zal de boel niet

verbeteren. Integendeel, als de hond al niet over zijn toeren is, dan wordt hij het wel wanneer

we dwang gebruiken en onvriendelijk zijn. Het is niet onze taak om de eisen aan de jonge hond zo

moeilijk te maken. Wanneer de hond een situatie niet aan kan, dan kan hij deze gewoon niet aan,

punt uit. We kunnen voorkomen dat de hond over zijn toeren raakt door te leren hem en zijn

emotionele stemmingen te observeren. We moeten leren te onderkennen dat de spanning aan het

oplopen is; dit is het moment om te stoppen waarmee we bezig waren. We moeten dit doen vóór

de hond het niveau van stress en opgewondenheid heeft bereikt waarin hij niet meer in staat is

om te communiceren en te leren.

 

Voorkomen

Voorkomen is het sleutelbegrip. Voorkom dat de hond gestresst raakt door:

 

õ De training tijdig te stoppen.

 

õ Niet bedreigend te handelen.

 

õ De lijn slap te houden, zo slap dat de lijn naar beneden hangt, anders zal de hond de druk van

de riem voelen. Denk eraan dat een strakke lijn de snelste manier is om het niveau van

agressie te laten stijgen.

 

õ Ga het gevecht met de hond niet aan. Blijf kalm en beheerst. Hoe zou de hond moeten leren

zichzelf te beheersen, wanneer u zelf niet het goede voorbeeld geeft?

 

õ Wanneer de hond 'met deuren smijt'

De jonge hond is in een overgangsfase, er moet veel ontdekt en uitgeprobeerd worden. Laat de

hond het allemaal ontdekken. Laat hem aan het leven ruiken, laat hem ontdekken hoe de dingen in

elkaar steken. Het is helemaal onschuldig. We moeten grenzen stellen, maar zorg ervoor dat ze

zo gesteld worden dat de hond geen gevangene is, zonder de vrijheid om actief te zijn en de

dingen zelf uit te zoeken. Zou hij moeilijk, zogenaamd koppig of vervelend worden, dan komt dat

niet omdat hij van plan was het leiderschap over te nemen, maar om te ontdekken en uit te

zoeken hoe de dingen werken.

 

De jonge hond probeert niet 'de baas over ons te worden', hij

denkt er zelfs niet eens over na. Maar hij moet dingen uitzoeken om te zien welke soort reacties

hij krijgt. Reageer beheerst! Het is voldoende dat u uw rug naar de hond toekeert en hem

negeert, dit zegt meer dan duizend woorden. De rug toekeren en de opgroeiende hond negeren, is

precies wat een volwassen hond zou doen.

 

 

Onder geen enkel beding mag u gewelddadig worden tegen de hond, vermijd agressief gedrag

zoals het schudden aan het nekvel, het bij de kop pakken terwijl u hem in de ogen kijkt of andere

wrede en angstaanjagende strafmethodes. Let op hoe zelfverzekerde, volwassen honden het

doen en kopieer hun gedrag. Volwassen honden laten de jonge hond het weten, zonder

gewelddadig te worden, ze keren hem de rug toe en lopen weg. Ze kunnen blaffen en een grom

geven, maar nooit meer dan dat.

 

 

Gromt uw hond? Geweldig! Dit betekent dat hij hiervoor niet is gestraft en hij niet murw is

gemaakt. De hond heeft een natuurlijk deel van zijn manier van communiceren behouden.

Grommen is niet gevaarlijk, het is gewoon een manier om anderen te laten weten dat hij zich niet

op zijn gemak voelt. Het is een afstandsvergrotend signaal, een waarschuwing, waar je naar moet

luisteren.

 

 

Wanneer de hond gromt, grauwt of hapt

 

 

1. Was het iets dat u deed waardoor de hond geprovoceerd werd? Als dat zo is, houd op met

provoceren. Provocaties kunnen o.a. bestaan uit: aan de riem rukken, schreeuwen, schelden,

de hond bij zijn nekvel pakken, de hond opzij duwen, de hond knijpen, voedsel wegnemen van

de hond, de hond storen in zijn slaap of wanneer hij aan het rusten is, commando's geven met

een boze stem, te veel van de hond eisen, de hond kort houden, aan de riem trekken, de hond

pesten, over hem heen buigen en recht op een hond aflopen die aangelijnd is.

2. Was de hond ergens bang voor? Vermijd dan dat hij weer bang wordt, anders zal zijn

verdedigingsreactie alleen maar sterker en sterker worden.

3. Doet hij het alleen maar om te ontdekken wat uw reactie zal zijn? Draai uw rug naar hem toe!

Hij zal het onmiddellijk opgeven. In een situatie zoals deze moet minstens een van uw beiden

rustig blijven. Bovendien is het een gegeven dat de meeste conflicten tussen honden en hun

eigenaren voortkomen uit een poging de hond te domineren en niet andersom.

 

 

Om zelfcontrole te leren, zal de jonge hond een leerproces moeten doorlopen. We kunnen hem

helpen door enkele eisen aan onszelf te stellen:

 

 

1. Afhankelijk van de situatie is het adrenaline gehalte in zijn lijf hoog en tegelijkertijd maakt

dit de hond ongemakkelijk, omdat hij niet weet wat hoe hij hiermee moet omgaan. We kunnen

de hond duidelijk maken hoe hij controle kan krijgen over de situatie.

2. Beweeg langzaam. Gebruik kalme en langzame lichaamsbewegingen. Spreek kalm en zachtjes.

Uw lichaamstaal en houding zullen de hond overtuigen.

3. Verwar zelfcontrole niet met lijfelijke dwang. Zelfcontrole is vrijwillig terwijl lijfelijke

dwang dat niet is. De reactie op lijfelijke straf zal enkel een verhoogd stress niveau zijn.

4. Oefen zelfcontrole in allerlei situaties. Oefen in het begin op plekken waar geen afleiding is,

oefen in korte sessies en met een losse lijn. Zorg dat de hond plezier heeft in wat hij doet.

Laat de hond niet teveel zitten, de spieren zullen moe worden en pijn gaan doen van het te

lang zitten.

 

 

We hebben ook nog andere hulpmiddelen, bijvoorbeeld de kalmerende signalen en het belonen van

de hond voor goed gedrag, om er maar een paar te noemen. Op een dag zult u een volwassen hond

hebben die weet hoe hij zich moet gedragen, die zelfcontrole heeft en die gewillig is samen te

werken. Die dag zal komen wanneer u uw hond opvoedt met het stellen van geleidelijk hogere

eisen die hij aankan. Houd er rekening mee dat uw hond tijd nodig heeft om op te groeien,

precies zoals wij.